Impressie van het Drielandentoernooi in Engeland 2009
Drielandentoernooi in Oakham 2009
De voorbereiding op het cricket treffen om de Axel Morild Trophy vond plaats in de omgeving van Cambridge. Alle deelnemers vlogen, voeren en reden in, in groepjes van vier. Pas vlak voor het toernooi was de line-up van SGS compleet.
Bij de wedstrijd van zaterdag van een combinatie-elftal van Forty Club-leden tegen het team van Theo Straten, de zogenaamde Royal Bad Boys, had laatstgenoemd team een hoger SGS-gehalte dan de gastheren, op het terrein van Churchill’s College.
Zondag speelde SGS op de
village green van het dorpje Eltisley, ten westen van Cambridge. Kijk op Google
Earth hoe dat eruit ziet.
Een kleine postzegel,
gelet op het gigantische percentage boundaries, leverde een spannende wedstrijd
op:
ECC 232 voor 7 in 35 overs,
SGS 221 voor 7, eveneens in 35 overs.
De bowlingcijfers waren
niet om over naar huis te schrijven natuurlijk.
Aan bat blonken Mark
Hillen (56), Erik de Jonge (79*) en Gerard de Leede (43) uit.
Verder enig gemor over de
jeugdige leeftijd van de opponenten, en dito speelwijze, maar dat heb je,
wanneer je tegen een engels dorpje speelt. Als er alleen maar oudjes op het veld
zouden zijn, is zo’n club ten dode opgeschreven.
Maandag was een reisdag
naar Oakham. Voorafgaand aan de trip, konden de liefhebbers nog een rondleiding
door Cambridge volgen. Onder leiding van een gids met erg veel tekst, maakte ik
op uit de verhalen.
Maandagavond was de
officiële opening van het toernooi in het clubhuisje bij het cricketveld van
Oakham School.
Gloedvolle woorden over
oude en nieuw te smeden vriendschappen, historie en veel witte wijn brachten de
stemming er al meteen in.
Het weer had dinsdag een
totale off-day. De godsganse dag regen in overvloed.
Een wash-out. Geen
mogelijkheid om te spelen door een enorm regengebied dat overtrok. Pas laat in
de middag klaarde het op, maar toen had de groundstaff al een veto over de
toernooidag uitgesproken. Wat nu te doen?
Zelfs een bowl-out zat er
niet in. Vijf bowlers per team met drie cricketballen elk, te gooien op een
open wicket. Nog nooit gezien; dat beloofde een spektakel te worden.
De organisatie wilde
echter daarmee niet de volgende dag beginnen en besloot in al haar wijsheid voor
te stellen dat er twee wedstrijden gespeeld zouden worden.
Eén van 15 overs en één
van 35 overs.
SGS speelde eerst tegen de
President’s XI en won afgetekend door een vlotte 34* in 16 ballen van Theo
Straten, waarmee het totaal van 85 voor 7 in 13 overs gepasseerd werd.
Op baan 1 versloegen de
Engelsen de Denen met ruim verschil in hun 15/15 potje.
Vervolgens werden de Denen
gedecideerd aan de kant gezet.
SGS 201 voor 5 in 35.
Kapitein Booij (66), Mark Hillen (63), wederom een voor het publiek niet te
versmaden 30* van Theo Straten.
Dansk XI 141 voor 9 na 35
overs. Superzuinige bowlerij van Daniel Eldering (7-3-17-2), Erik de Jonge
(7-2-7-3) en mooie flight en spin van Han van Reen (7-1-34-1).
Scherpe vangen en
geaccepteerde run-out kansen deden de Denen de das om.
De finaledag werd
verspeeld in prachtig weer. Alleen de recht over het veld staande wind, een
spelbepalende factor, maakte het bowlen voor iedereen moeilijk.
SGS verloor de toss. Met
een 20-pence muntje; de crisis slaat echt keihard toe in de UK.
Mijn kennis beperkt zich
tot de grotere munteenheden. Fielden derhalve.
De Forty Club kwam zelden
in de problemen en had met de wedstrijd weg kunnen lopen, als SGS niet op
regelmatige tijden een wicket had genomen. Dat haalde de vaart er vaak even uit.
Aan het eind van de wedstrijd liep de trein echter vliegend uit de rails. Na 166
voor 5 in 30 overs, vloog het totaal naar 301 voor 8 na 45 overs.
Regelmatig changen van de
bowlers zorgde niet voor een ommekeer.
Eldering uitblinkend
(9-0-34-1), Booij niet onaardig met (9-0-41-2), Pieter van Noord met een paar
hele mooie zwaaiballen (6-0-43-2) waren het meest succesvol.
Robinson met 75* richtte
de meeste schade aan. De andere kanonnen werden goedkoper ingerekend. Edoch, in
elk scenario zeker vijftig runs teveel van het goede.
Als u nagaat dat SGS 36
wides cadeau gaf (6 overs extra in het veld), dan lag het niet alleen aan een
sterkere tegenstander, dat de pot uit handen gegeven werd.
Aan bat mochten Doednath
Awadhpersad en Eric de Haard aantreden tegen een clubprofessional Dearden (Player)
met de juiste leeftijd (42). Goed voor het betere adrenaline-batten. De man was
aan de rappe kant van het spectrum. Elke over kwam er wel een slip/gullyfielder
bij. Grappig om te zien, daar niet van. Het spelletje “Russian Slips”, één in de
rij doet op zijn beurt de ogen dicht tijdens de over, kenden ze niet.
De ring ving helemaal
niets, uiteraard. Het zag er niet des Veteranencricket uit.
Oudere toeschouwende Forty
Club leden (Gentlemen) spraken er zelfs schande van.
De paceman bleef zonder
wickets, maar er werd ook niet op hem gescoord.
Na 10 overs 27 voor 0
(toen had de Forty Club er al 52), en daarna konden de SGS-batsmen er niet echt
meer een wedstrijd van maken.
De spinners namen de
wickets, pogingen smorend om een waardig totaal op het bord te zetten. Boxall
(4-0-11-4) plukte de meeste vruchten.
Dikke dubbele cijfers voor
Awadhpersad (35), de Jonge (37) en Mr. Extra 31 (de helft van SGS portie). Aan
scheidend organisator Ron Hart kwam de eer toe de laatste wickets te nemen. Niet
verdiend, want er viel nogal wat aan te merken op zijn regelkunst.
De beker voor de Forty
Club, de cup voor SGS. Een prijs, die mooi pronkt in het kabinet.
De Thee was een aanfluiting elke dag. Het drankenkastje werd al snel van een briefje voorzien dat het pas na afloop van de matches geopend mocht worden. Wel onbeperkt slootwater en koffie, maar aangezien ze in Engeland een bijzondere smaak hebben, was dat niet iedereens kopje thee. Supporters konden helemaal beter in het dorp hun heil zoeken, als ze iets wilden consumeren. Mooi veld, waardeloze rantsoenering. Alhoewel dat niet lag aan Mike en Marita achter de bar, die hun best deden om iedereen met een lach aan cakejes te helpen.
Er werd mooi gespeecht na
afloop en het slotdiner kende een hoogtepunt in de speech van onze voorzitter,
die fijntjes allemaal speldeprikken, vuurwater en lintjes uitdeelde.
Het feest duurde nog tot
in de kleine uurtjes met muziek uit de oude Rock&Roll-doos.
“s Ochtend bleek bij het
uitchecken dat ook het Hotel de zaakjes niet voor elkaar had.
SGS-ers die een blokhutje
hadden gehuurd werden met verschillende tarieven geconfronteerd. De dienstdoende
receptionistes hadden geen flauw idee wat er afgesproken was door de
secretaresses van het Hotel. Die natuurlijk met vakantie waren.
Ze kunnen wel organiseren
en improviseren, die Britten, maar het ook enorm in de soep laten lopen, zo
bleek dit jaar.
Volgend jaar in Deventer zal SGS laten zien hoe het moet, op ieder terrein.
Aldus, sprak Eric Booij.
Klik op de foto en deze wordt groot geopend in een nieuw venster. Foto's Stef Egging en Duco Ohm