Still Going Strong Cricket ClubTerugblik op de winterevenementen 2016-2017
De foto's kunnen worden vergroot door ze te
downloaden.
Link naar historie alle winterevenementen t/m nov.2017
|
18 maart 2017 : Stadswandeling Doesburg Doesburg is één van de zeven Hanzesteden die
als fraaie parels liggen aan de schilderachtige rivier de IJssel. Ook mooi groot gezelschap
(33 pers.) verzamelde omstreeks 12 uur in het oude Stadsbierhuys "De Waag". Volgens het
Guinness Book of Records is dit de oudste in gebruik zijnde horecagelegenheid van Nederland.
De waag is in 1478 in gebruik genomen. Hier moesten de inkomende goederen gewogen worden voor
de stadsbelastingen. Tevens had de pachter de monopolie over de verkoop van vreemde bieren in
de stad, vandaar dat het gebouw ook werd gebruikt als stadsbierhuis/kroeg. De voorgevel bestaat
uit een trapgevel in de stijl van de Nederrijnse gotiek. In de voor- en zijgevel zijn korfboognissen,
met daarin de vensters en deur, geplaatst. Het is een opvallen en mooi gebouw. Wij werden daar ontvangen in een aparte ruimte op de eerste verdieping, die goed bereikbaar was met een lift en dat was belangrijk voor de deelnemers die minder goed ter been zijn, zoals bijvoorbeeld de altijd aanwezige Hanny Knüpfer. Wij kregen een heerlijke kop koffie of thee. Natuurlijk werden er veel nieuwtjes met elkaar uitgewisseld. Commissievoorzitter Roelof Kruijshoop heette iedereen hartelijk welkom en gaf uitleg over het geplande verloop van deze dag. Om ongeveer 1 uur werde de lunch geserveerd: mosterdsoep in drie soorten en vers (rogge)brood met spek of zalm er bij. Elk jaar wordt in Doesburg een wedstrijd gehouden waar de mosterdsoep het beste en lekkerste is. Gevolg is dat er altijd topkwaleit wordt geserveerd. De lunch werd alom hoog gewaardeerd al gaf iemand aan dat hij een grotere luch had verwacht. Om twee uur begon onze stadswandeling. Er werden twee groepen geformeerd, die elk onder leiding van een goed gids van de VVV Doesburg door het historisch centrum begonnen aan de bezichtiging van de prachtige stad Doesburg. Onze gidsen bleken te beschikken over een enorm grote kennis van Doesburg, haar geschiedenis en de vele bouwwerken. De weersvoorspelling gaf aan dat de temperatuur net iets te laag zou zijn en dat de regen zou ophouden om 2 uur en pas weer zou beginnen om 4 uur. Helaas kwam deze gunstige voorspelling maar gedeeltelijk uit, want ruim voor het einde van de wandeling door Doesburg begon het toch te miezeren en later zelfs licht te regenen. Vanzelfsprekend behielden wij ons zonnige humeur omdat wij met een leuke groep SGS'ers waren en wij langs veel prachtige bouwwerken liepen en uitstekende uitleg kregen. De stadswandeling begon in De Waag, waarbij onze groep afdaalde in de gewelfde kelder. Veel bouwwerken in Doesburg hebben deze gewelven en Doesburg is zo hoog gelegen dat ze niet erg vochtig zijn en er nooit water in komt te staan. Weer buiten gekomen liepen wij langs Museum Lalique genoemd naar René Jules Lalique (Aÿ, 6 april 1860 - Parijs, 1 mei 1945). Lalique was een Frans edelsmid en glaskunstenaar wiens werk tot de jugendstil en art deco wordt gerekend. Veel van zijn juwelen maakte hij in opdracht voor bijvoorbeeld Sarah Bernhardt en zijn belangrijkste opdrachtgever Calouste Gulbenkian. Ook maakte hij speciale parfumflesjes. Het kruispunt met de Bergstraat en de Paardenmarkt is opvallend breed. Bochten konden zo beter worden genomen. Voorheen was er een grote paardenmarkt. Wij kwamen door de hofjes naast de Gasthuiskerk uit 1390, waar een moderne aanbouw een restaurant/koffiekamer huisvest. Het Van Brakelhofje moest een parkeerplaats worden, maar protesten hielden dit tegen en het is nu een prachtige tuin met ligusterhagen, die door de buurtbewoners wordt onderhouden. Voorts liepen wij langs De Roode Toren, het Weduwenhuis en het de Martinikerk. De Martinikerk is een laatgotische basiliek, gebouwd in Nederrijnse trant. Een basiliek is een kerk, waar-van het middenschip met vensters boven de zijbeuken uitsteekt. Het patronaatsrecht over deze kerk, het recht om de pastoor te mogen benoemen, kwam in 1286 in handen van de Ridderlijke Duitsche Orde (een geestelijke ridderorde, ontstaan tijdens de kruistochten). Dat zou zo blijven tot de Reformatie in 1586 in Doesburg zijn intrede deed. Vele rampen hebben in de loop van de eeuwen kerk en toren getroffen, zoals in 1547, toen de bliksem insloeg en “van den tooren en kerk niet en heeft overigh gelaeten dat eenighsins van ’t vuyr konde verteerd worden”. In 1672 schoten de Fransen de toren in brand en in 1717 sloeg de biksem weer in. Nadat in 1783 Neerlands eerste bliksemafleider op de toren was geplaatst, heeft de rode haan kerk en toren verder met met rust gelaten. De laatste ramp voltrok zich op 15 april 1945, toen de terugtrekkende Duitsers de toren opbliezen. Het westelijk deel van de kerk werd geheel verwoest en de rest werd zwaar beschadigd. Van het zeventiende eeuwse kerkmeubilair ging veel verloren. Het Vredesmunument gemaakt door Jan Wolkers is opgericht tegen torenmuur aan en vlak daar voor is de grootste klok onder het maaiveld tentoongesteld en die kan worden bekeken door een dikke glazen plaat. Op hetzelfde plein staat het herdenkingsmunoment "Ter gedachtenis aan het Eeuwfeest van jaar Neerlands Onafhankelijkheid 1813-1913". Onderweg zagen wij ook nog de Plaquette op de gevel van de voormalige synagoge voor de vervolgden in Nederland en een huis waarin vroeger joden hebben gewoond met daarvoor twee zogenaamde "Stolpersteine". Deze struikelstenen, 10 bij 10 cm groot, worden aangebracht in het trottoir bij de woningen van weggevoerde, en in concentratiekampen vermoorde joden. Op weg naar het Arsenaal kwamen wij door de Kloosterstraat. Daar was een prachtig bronzen hek gemaakt voor de deur van de werkplaats en winkel van een kunstenaar. Ook liepen wij langs het Arsenaal. Het Arsenaal uit 1309 is een begrip in Doesburg. Het bijzondere gebouw kent een rijke historie. Ooit geboren als 'Het Groote Convent Mariengrave' diende het in den beginne als nonnenklooster, de zusters van de Begijnenorde hebben 300 jaar lang de scepter gezwaaid in dit pand. Vanaf 1730 diende het pand als wapenopslag (Arsenaal), een tijd waarin er 200 jaar lang alleen mannen rondliepen. In de oorlog werd er geschuild, en na de oorlog groeiden er gezinnen op en weer later werd er antiek verkocht. Wij liepen nog langs de grote Martinikerk, opgebouwd uit tufsteen en gewone bakstenen en namen toen afscheid van onze gids en liepen terug naar de Waag.Even nog een belangrijk stuk geschiedenis dat is opgehaald via Wikipedia. De gidsen hebben zo veel verteld dat wij vast niet alles hebben kunnen onthouden. Doesburg ontving stadsrechten in 1237. Door de strategische ligging aan de uitmonding van de Oude IJssel in de Gelderse IJssel, is Doesburg lange tijd een belangrijke vestingstad geweest. Tevens had Doesburg een belangrijke economische en bestuurlijke functie als hoofdstad van het Richterambt van Doesburg. De Martinikerk met de 94 meter hoge toren getuigt nog van de toenmalige voorspoed. Door allerlei oorzaken, waaronder de verzanding van de Oude IJssel, nam de welvaart in Doesburg na de 15e eeuw af. In de Tachtigjarige Oorlog maakte Doesburg veel krijgsgeweld mee, zoals in het jaar 1572, toen de stad bezet werd door Geuzen onder leiding van Bernard van Merode en Willem IV van den Bergh van de week vóór pinksteren tot oktober. De graaf van den Bergh had eerst toegang tot de stad gevraagd, en daarop had de magistraat enige afgevaardigden naar het Hof van Gelre gezonden hoe ze zich hierover moesten gedragen, maar eer het antwoord binnen was, hadden de Geuzen de stad al ingenomen en geplunderd. Vanaf 1586 kreeg Doesburg een vast garnizoen, gestationeerd in de Mauritskazerne (nu Mauritsveld). Op 31 juli 1606 trok de Spaanse veldheer Ambrogio Spinola op naar de stad om de Staatse veldheer Maurits van Nassau, de latere prins van Oranje, te misleiden, alsof hij Deventer wilde aanvallen, waarmee de IJssel werd bedreigd. Maurits trapte in de list en doorzag niet dat de beweging naar Doesburg een afleidingsmanoeuvre was; een Spaanse troepenmacht probeerde langs Almelo het Zwarte Water over te steken, maar werd verslagen in de Slag bij de Berkumerbrug. Op last van Maurits werden de Doesburger verdedigingswerken flink verbeterd en uitgebreid in de jaren 1606-1629. In 1672 werd Doesburg belegerd en veroverd door de Fransen; zij bezetten de stad tot 1674. Hierna kreeg Doesburg uitgebreide 17e-eeuwse vestingwerken naar ontwerp van Menno van Coehoorn, maar veranderde in een slaperig provinciaal vestingstadje en zou dat tot na de Tweede Wereldoorlog blijven. Dit had ook zijn voordelen, de historische binnenstad met zijn vele monumenten bleef goed bewaard. De stad werd daarom in 1974 als beschermd stadsgezicht aangewezen. In de Tweede Wereldoorlog werd Doesburg redelijk snel ingenomen door het Duitse leger. Na ongeveer 5 jaar bezetting werd Doesburg bevrijd, helaas hebben de Duitsers de Martinikerk, de Mauritskazerne, de watertoren en de molen opgeblazen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de stad snel uitgebreid. De toren van de Martinikerk was in 1945 opgeblazen, maar werd in de jaren 50 en 60 herbouwd. De toren van de Martinikerk is 94 meter hoog en is daarmee de hoogste kerktoren van Gelderland is en de op zeven na hoogste van Nederland. De restauratie van het gehele kerkgebouw was afgerond in 1972. Doesburg is trots op haar carillon in de Martinitoren; een kostbaar historisch bezit, al sinds 1655. Elk kwartier klinkt een melodie, die tot ver in de omtrek te horen is. Een paar keer per maand wordt het carillon bespeeld door de beiaardier. Hij zit dan hoog in de toren in zijn speelkamer achter zijn stokkenklavier, midden tussen de klokken. Het Doesburgs carillon is één van de mooiste klokkenspelen van ons land. Alle soorten muziek kunnen erop worden gespeeld: folklore, klassieke of moderne muziek. Vooral volkswijsjes waren altijd populair en dat zijn ze nog steeds.
Na de stadswandeling kregen wij koffie of
thee in het Stadsbierhuys De Waag en was het gezellig napraten en borrelen. Gelukkig namen behoorlijk
veel SGS'ers deel aan het diner.
Zij die naar huis zijn gegaan hebben iets gemist!
Dit was al weer het laatste winterevenement voor het nieuwe cricketseizoen 2017. Het was weer een prima geslaagd winterseizoen voor de contactcommissie. Op 14 oktober 2017 gaan wij samen naar het prachtige Museum Kröller-Müller op de Veluwe en gaan wij daar een leuke fietstocht achter aan plakken. Graag tot ziens op de cricketvelden. Verslag: Roelof Kruijshoop
Klik op onderstaande link en de fotopresentatie
opent. Alle foto's kunt u downloaden. U kunt hier nog lezen de uitnodiging met alle gegevens |
14 januari 2017 : Nieuwjaarsbijeenkomst Brasserie Berestein 's-Graveland Deze keer een leuke nieuwe locatie. De ontvangst was in het café van het restaurant. Vanaf vijf uur 's middags kwamen de SGS'ers binnen. Een leuke ontvangst in de entree met het "schap". Na het jassen weghangen in de bescheiden garderobe konden alle deelnemers een drankje nemen naar eigen keuze en gezellig bijpraten. Van het oorspronkelijke aantal van 53 deelnemers waren maar 40 overgebleven door ziekte en afzeggingen door dubbele afspraken en wegens verwacht slecht weer. De weersvoorspelling voor de late namiddag was enige sneeuw en kans op gladde wegen, maar er was geen code geel of rood van kracht. Achteraf gezien vielen gladheid en sneeuw reuze mee. Gewoon rustig rijdend bracht de auto je keurig op de plaats van bestemming. Er werd gezellig teruggekeken op het afgelopen seizoen en gesproken over de kinderen en kleinkinderen en de komende zomervakanties. Om half zeven verzamelde iedereen zich in de linker eetzaal waar de tafels al gedekt op ons stonden te wachten. Daar hield voorzitter Duco Ohm zijn traditionele toespraak. Nadat hij iedereen hartelijk welkom had geheten werden de in 2016 overleden SGS'ers plechtig herdacht. Hierna werd ruime aandacht besteed aan de zieke SGS'ers. Dat SGS de welkomstdrankjes kon betalen is het resultaat van een gezonde financiële status van de vereniging. Ook is er geen contributieverhoging te verwachten. Wedstrijdsecretaris Raimond v.d. Berg van Saparoea heeft het programma 2017 al gereed en krijgt de hulp van Bas Wijffelaars, die het seizoen 2018 de functie van Raimond zal overnemen. Gerard van Vuuren heeft het programma voor de Senioren Onderlinge ook gereed. Op 9 september vieren de "Onderlingers" hun 45 jarig jubileum. Het Vierlanden-toernooi zal worden gespeeld bij Sparta. Ook onze huisfotograaf Donald Noorhoff werd hartelijk bedankt voor zijn goede foto's. De nog niet genoemde commissies werden niet vergeten en Duco dankte alle commissieleden voorhun goede werk voor SGS. Helaas moest Duco het eten aan zich voorbij laten gaan omdat hij zich zelf niet zo lekker voelde en Lideke ziek thuis was.
- voorgerecht: Carpaccio - Uiensoep - Trio van vis - hoofdgerecht: Black Angus Steak - Zeebaarsfilet - Truffelrisotto - dessert: Dame Blanche - Lemon Pie - Chocolade Fudge taart Ik heb gezien dat alle onderdelen aan de beurt zijn geweest en iedereen vond het heerlijk. Als slot was er voor iedereen koffie of thee.
Commissievoorzitter Roelof Kruijshoop bedankte George Reman hartelijk
voor het organiseren van deze zeer geslaagde dag. George nam meer dan één evenement voor zijn
rekening en dat is zeer gewaardeerd! Verslag: Roelof Kruijshoop
Klik op onderstaande link en de fotopresentatie
opent. Alle foto's kunt u downloaden. U kunt hier lezen de uitnodiging met alle gegevens |
12 november 2016 : Bezoek aan de Koninklijke Wachtkamer op Amsterdam Centraal Station en het Koninklijk Paleis Amsterdam op de Dam Wij zijn met een groep van 31 personen in Amsterdam geweest. Wij verzamelden vanaf 10:30 uur in het rustieke "Grand Café Restaurant 1e Klas" op Amsterdam Centraal Station. Wij hadden de beschikking over een aparte ruimte voor ons gezelschap en werden keurig bediend. Wij kregen lekkere koffie of thee naar keuze met een mooi stuk gebak erbij. Bij binnenkomst liepen wij langs "het schap" waarop een prachtige witte papegaai zijn plekje had. Er jammer dat Hannie Knüpfer bij het uitstappen van de trein haar been behoorlijk blesseerde. Bij de EHBO/Politiepost werd de wond "geplakt|" en ze kon de dag gelukkig verder bijwonen. Om half twaalf werden wij opgehaald door de gidsen Sanne Pleiter en Max Put van organisatie Artifex. Zij namen ons mee naar de naast het Grand Café gelegen Koninklijke Wachtkamer. Daar splitsten wij ons in twee groepen. De heren Pleiter en Put bleken uitstekende gidsen te zijn met enorm veel kennis over koninklijke wachtkamers. Het station is het eerste station in Nederland dat door een bekende architect werd ontworpen. Aan de oostzijde van het station is het Koningspaviljoen, de door ons bezochte Koninklijke Wachtkamer te vinden, compleet met inpandige parkeerplaats (oorspronkelijk voor een koets, nu voor een auto). Dit paviljoen bevat decoraties van de hand van George Sturm, met als thema het koningshuis en het gezag. De Koninklijke wachtkamer is de ruimte op het spoorwegstation die is ingericht om gebruikt te worden door de koninklijke familie als die per trein op reis gaat. In het algemeen is het zo dat in plaatsen waar een Koninklijk paleis is de stations zijn voorzien van een wachtkamer met enig comfort en voldoende privacy. Dat is niet alleen in Nederland, maar ook in veel andere landen. Bij de bouw van nieuwe stations in de nabijheid van een paleizen werden in de tweede helft van de 19e eeuw ook koninklijke wachtkamers ingebouwd. De Nederlandse Spoorwegen is niet alleen eigenaar van het prachtige monumentale stationsgebouw, maar ook van de Koninklijke wachtkamer. Het is gebouwd tussen 1881 en 1889 naar ontwerp van architect P.J.H. Cuypers uit Roermond en wordt in de volksmond ook wel de "Kathedraal" genoemd. Links hiernaast een beeld van het station omstreeks het jaar 1900. Toen was er een overvloed aan ruimte en rust. Het gehele ontwerp van de wachtkamer is tot in de kleinste details doordacht, van de strakke vormgeving van de meubels in de salonruimte van de Koninklijke wachtkamer tot de sierlijke wanddecoraties en de bloemmotieven in het gehele stationsgebouw. Veel zaken die bij de spoorwegen horen, zoals wielen, zijn verwerkt in de kapstok en de kroonluchters. Ook zijn er prachtige wandschilderingen en er is een echt Koninklijk toilet met een toiletpot met prachtige Delftsblauwe verfraaiing. Overal zijn de neogotische architectuur, meubels en stoffering volledig op elkaar afgestemd en er straalt rust van uit. Het was zeer leerzaam en gaf een inkijkje in de architectuur, de gebouw zelf en het gebruik door het koningshuis door de jaren heen. Om half één was de rondleiding afgelopen en gingen wij lunchen in het Restaurant 1e Klas. Wij mochten kiezen wat wij wilden hebben op de lunchkaart en namen er een glas melk/karnemelk of een drankje bij. Om te voorkomen dat het afrekenen te veel tijd in beslag zou nemen is voorgesteld om een vast bedrag af te dragen aan de commissie en dat die alles zou betalen. Tijdens de lunch werd nagepraat over het goede rondleiding en de prachtige ruimte. Om half twee begonnen wij aan de wandeling naar het Koninklijk Paleis Amsterdam op de Dam en wij kwamen daar prachtig op tijd aan. Het was heel erg druk op straat en wij hebben veel verschillende talen horen spreken. Bij binnenkomst werden de Museumkaarten gecontroleerd en de losse kaarten gekocht. Hierna haalden wij de audiotours op, die prima bleken te werken en waarmee wij op eigen gelegenheid het paleis gingen bezichtigen. De audiotour verstrekte heel veel informatie en de stem van Job Cohen was uitstekend verstaanbaar en prettig om naar te luisteren. Ook de extra keuzemogelijkheden gaven extra veel detailinformatie. Het Koninklijk Paleis Amsterdam is een paleis op de Dam in de binnenstad van Amsterdam. Het paleis is in gebruik door het Koninklijk Huis als ontvangstpaleis en wordt gebruikt voor tentoonstellingen. Het werd tussen 1648 en 1665 gebouwd als stadhuis, naar ontwerp van architect Jacob van Campen, en ingewijd op 29 juli 1655. Het bouwwerk geldt als Nederlands belangrijkste historische en culturele monument van de Gouden Eeuw. Hoewel de architect van het stadhuis Jacob van Campen was, werd de technische uitvoering verzorgd door stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. Van Campen kwam in 1654 in conflict met het stadsbestuur, waarna Stalpaert de volledige leiding kreeg. Het beeldhouwwerk werd gemaakt door Artus Quellinus en zijn medewerkers. Op 29 juli 1655 werd het stadhuis feestelijk ingehuldigd, maar het was toen nog niet voltooid. Joost van den Vondel wijdde 1378 dichtregels aan de inwijding, in zijn gedicht Inwydinge van het Stadthuis. Pas in 1665 was het gebouw helemaal gereed, terwijl aan de inrichting van de vertrekken tot aan het begin van de 18e eeuw werd gewerkt. Het centrum van het stadhuis is de burgerzaal. De burgerzaal heeft aan de Damzijde een ingang waarboven de Stedenmaagd van Amsterdam staat afgebeeld. Zij kijkt neer op de wereld aan haar voeten. Links van haar zit de 'Kracht', een vrouw met een leeuwenhuid over het hoofd, en rechts de 'Wijsheid', een vrouw met de uitrusting van Minerva, godin van de wijsheid. De twee vierkante reliëfs naast de beeldengroep stellen het 'Het Goede Bestuur' voor. Aan de andere kant van de burgerzaal is de ingang naar de schepenzaal. Hierboven wordt de 'Gerechtigheid' afgebeeld met een zandloper en martelwerktuigen. De 'Gerechtigheid' vertrapt de 'Hebzucht', gerepresenteerd door koning Midas met ezelsoren, en de 'Nijd', uitgebeeld als Medusa met slangen als haar. Boven de ingang van de galerijen zijn in de bogen de elementen 'Aarde', 'Water', 'Lucht' en 'Vuur' afgebeeld. In de 17e eeuw dacht men dat het universum uit deze vier elementen was opgebouwd. De grote beelden op de kroonlijst zijn de gietmodellen van de bronzen figuren op de frontons van de oostelijke en westelijke buitengevel. Zij stellen voor: 'Vrede' (oost), 'Voorzichtigheid' (zuidoost), 'Gerechtigheid' (noordoost), 'Atlas' (west), 'Waakzaamheid' (zuidwest) en 'Gematigdheid' (noordwest). De kristallen kroonluchters zijn uit de tijd van koning Lodewijk Napoleon. Oorspronkelijk hingen aan iedere kroonluchter 12 olielampen. In 1937 zijn de kronen geëlektrificeerd. Prominent in de burgerzaal staat het beeld van Atlas. In de vloer zijn drie cirkels, met kaarten van het oostelijk en westelijk halfrond en een sterrenkaart, ingelegd. Voor de burgers van de stad lag de hele wereld, en de hemel, aan hun voeten. De burgerzaal moest laten zien dat Amsterdam het centrum van het universum was. Ook bevindt zich in het stadhuis de Vierschaar. Dat is een monumentale zaal waar vroeger naar oeroude Germaanse rite doodvonnissen, waartoe elders in het gebouw al besloten was, in het openbaar uitgesproken werden. Aan de wand van de Vierschaar bevinden zich drie levensgrote reliëfs: de vonnissen van de Romeinse consul Lucius Junius Brutus, de Griekse koning Zaleucus en de bijbelse koning Salomo. Deze vonnissen beelden een onpartijdig, barmhartig en wijs vonnis uit. Govert Flinck is gevraagd een aantal grote schilderijen te leveren; zeven werken met de Bataven als thema en vier met afbeeldingen van goede patriotten. Toen Flinck in 1660 stierf kreeg Rembrandt de opdracht De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis te schilderen. Rembrandt kwam met een donker schilderij voor de dag, met relatief kleine figuren en veel lege ruimte. Het werk werd afgekeurd, of Rembrandt trok het terug na een meningsverschil, en Flincks voormalige medewerker Jurriaen Ovens werd aangezocht binnen vier dagen een voorontwerp (op basis van waterverf en uitermate dun doek) af te maken aan de hand van tekeningen van Flinck. Ferdinand Bol, Jan Lievens, Nicolaes de Helt Stockade, Jan Gerritsz. van Bronckhorst, Thomas de Keyser, Cornelis Holsteyn, Jacob Jordaens en Willem Strijcker leverden schoorsteenstukken. Het gebouw is tot 1808 stadhuis gebleven. Daarna werd het aan koning Lodewijk Napoleon aangeboden als paleis.[2] De galerijen werden door houten wanden in vertrekken verdeeld. Aan de voorzijde werd een balkon aangebracht. Beeldhouwwerken die stoorden werden achter doeken verborgen. Lodewijk had in het paleis ook een kapel ingericht. Een aantal zilveren voorwerpen liet hij bij zijn vertrek achter.[3] Uit deze periode stammen ook de fraaie empire-meubelen die in het paleis zijn te zien. Dit is de grootste collectie van deze meubelen buiten Frankrijk. In 1810, toen Nederland werd ingelijfd bij het Franse Keizerrijk, werd het zelfs tijdelijk een keizerlijk paleis. Lodewijk Napoleon vestigde met behulp van de stadhouderlijke en Amsterdamse stedelijke collecties in het paleis een Koninklijk Museum, dat de basis zou vormen voor het latere Rijksmuseum. In 1813 werd het door Willem I als stadhuis even teruggegeven aan Amsterdam. Het stadsbestuur zag echter op tegen weer een verhuizing en de onderhoudskosten van het gebouw, maar wilde bovendien graag de vorst aan de stad binden. Het stadsbestuur liet de zaak op zijn beloop en zo is sinds 1815, na de Slag bij Waterloo en het Congres van Wenen, het paleis op de Dam in Amsterdam het Koninklijk Paleis van het Nederlandse koningshuis. In 1844 werden er vier imposante lantaarnpalen voor gezet. Als extraatje waren in de galerijen op de 1e verdieping ingericht met houten wanden waarop de werken van de winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2016 te zien waren. Deze schilderijen zijn gemaakt door Bart Kok, Mike Pratt, Tanja Ritterbex en Sam Salehi Samiee. Er waren mooie schilderijen, maar ook een paar minder geslaagde en erg simpele werken. Je kon je stem uitbrengen op het volgens jou beste werk. Veel SGS'ers hadden na een uur en een kwartier het meeste wel gezien. Wij hadden afgesproken om vier uur te verzamelen bij de ingang om de organisator van deze prochtige dag, George Reman, te bedanken. Dat hebben wij natuurlijk gedaan. Het was de bedoeling om hierna gezamenlijk naar een lokaliteit te gaan om gezellig na te praten onder het genot van een drankje. Helaas was toen ruim de helft van de deelnemers vertrokken. Met de overgebleven SGS'ers zijn wij gegaan naar Café Backstage in de Oudezijds Armsteeg. Daar was voldoende plaats terwijl wij veel andere gelegenheden passerden die overvol waren. Wij hebben daar heel gezellig gezeten in de eenvoudige inrichting. Om ongeveer kwart over vijf werd onze SGS-dag afgesloten. Verslag Roelof Kruijshoop
Klik op onderstaande link en de fotopresentatie
opent. Alle foto's kunt u downloaden. |
15 oktober 2016 : bootexcursie vanuit Rotterdam naar de molens van Kinderdijk De hele zomer zijn wij verwend met prachtig weer. Daar raak je aan gewend. Zaterdag was het 's ochtends helaas regenachtig en er waren maar twee korte periodes met wat zon en verder was het gewoon bewolkt. Gelukkig was het niet koud. Er waren 20 deelnemers en dat hadden er veel meer kunnen zijn ware het niet dat velen in Spanje bij het 4 landentoernooi waren, dat wordt gespeeld in La Manga. SGS'ers die het openbaar vervoer hadden uitgekozen om naar Rotterdam te komen hadden soms pech want er waren een paar treinen uitgevallen. Met de auto ging het wel goed en de meeste autorijders hebben geparkeerd in de Erasmusbrug parkeergarage. Op de website dachten wij te lezen dat het maximum tarief € 10 zou zijn, maar dat bleek alleen te gelden als je grbuik maakte van ParcBee. Wij mochten het gewone Rotterdamse tarief betalen van € 25 ! Gelukkig bleek dat achteraf en ook de treinreizigers hebben het gehaald. Het was weer heel fijn om elkaar weer terug te zien na het vorige winterprogramma. Ook de familie Knüpfer met "onze" Hanny was weer van de partij en ook erg leuk was de aanwezigheid van Tanja en Jenny de Wijs. Jaap en Tineke Grootmeijer waren er ook weer bij. Fijn om ze allemaal weer te ontmoeten! Iedereen had een zonnig humeur toen wij begonnen aan de bootexcursie van Rebus Varende Evenementen. Onze boot, de Nehalennia lag keurig afgemeerd op de aangegeven positie, dus kon iedereen de boot gemakkelijk vinden. Nehalennia is een prachige naam. Zij was een inheemse beschermgodin die in het 2e- en 3e-eeuwse Gallia Belgica door reizigers, vooral zeelui en handelaars, werd vereerd bij de monding van de Schelde. Het schip is gebouwd op de scheepswerf Concordia in Amsterdam. Het kwam in de vaart in in 1908 als vrachtschip en is 40 meter land en 6 meter breed en heeft een Volvo Penta scheepsmotor van 205 pk. S. Seijmonsbergen (Concordia), Amsterdam Nederland. De boot ziet er goed onderhouden uit en het interieur doet gezellig aan. Wij kregen prima ruimte voor ons zelf op het bovendek voor onze groep van 20 personen. Wij werden ontvangen met lekkere koffie of thee en een groot stuk appeltaart, waar wij slagroom op konden doen. Om 12 uur vertrokken wij naar Kinderdijk en op de vaartocht kregen wij uitleg van alle bezienswaardigheden in het Nederlands, Engels en Duits. Helaas verstonden wij er maar weinig van. Je moest echt onder de luidspreken zitten om alles mee te krijgen en wij zaten ook nog eens gezellig met elkaar te praten, waarbij de Rotterdammers onder ons uitleg gaven en ons wezen op speciale bouwwerken, Aloha Rotterdam, het Witte Huis (met 7 verdiepingen destijds wolkenkrabberen het hoogste gebouw van Europa, de Watertoren bij de Erasmus Universiteit, zoals de Van Brienenoord brug, het Theehuis, Feyenoord stadion (in de verte), de Calve pindakaasfabriek en een aantal scheepswerven, zoals Verolme, Hollandia en IHC Merwede. Wij voeren over een prachtig rivierentraject van een kleine 12 kilometer over de Nieuwe Maas en de Lek. Wij zagen de enorm grote en brede duwbakken, die aan elkaar gekoppeld zorgen voor een enorm lange vrachtboot. Op die bakken worden vaak grote containers vervoerd, ook hoog op elkaar gestapeld. De bakken worden opgeduwd door een apart motorschip dat lijkt op de achterkant van een gewoon schip. Ook waren er veel Rijnaken die worden aangedreven met een eigen motor. Dat zijn in vergelijking lange smalle schepen. Een groot rijnschip kan maximaal ca. 4000 ton vervoeren en heeft een lengte van soms wel 135 meter, een breedte van 11,5 meter en een diepgang van ca. 3 meter. Tijdens onze reis naar Kinderdijk kregen wij een prima verzorgde "Germaanse Lunch" met diverse soorten brood en broodjes en lekker beleg en.... een heerlijke kroket ! Na ongeveer een uur en een kwartier varen kwamen wij aan in Kinderdijk. De aanlegplaats was naast de rivierpont. Het van boord gaan moest over een behoorlijk aflopende loopplank, waarbij twee vrouwelijke leden van de bemanning ons waar nodig assisteerden. Wij kregen tot 10 voor 3 uur de tijd om naar de molens te lopen, ze te bezichtigen en weer terug te komen. De wandeling van de boot naar de molens ging langs de rivier en dan rechtsaf door het dorp. De tocht ging langs het grote J.U. Smit gemaal met 3 kolossale vijzels (=schroeven), die aangedreven worden door dieselmotoren en een vermogen hebben van in totaal 1500 kubieke meter per minuut. Er zijn in totaal 19 windmolens in het noordwesten van de Alblasserwaard. Het zijn poldermolens, die het water vaak een kleine anderhalve meter omhoog pompen. De windmolens zijn eigendom van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk en ze staan sinds 1997 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Deze molens zijn allemaal gebouwd omstreeks 1740. Een van de molens is ook van binnen te bezichtigen, maar daarvoor hadden wij helaas niet genoeg tijd. Wij liepen tussen twee boezems door en genoten van de prachtige omgeving. Het opgepompte polderwater wordt vanuit de boezems geloosd in de rivier Lek. Om 14:50 uur vertrok de Nehalennia in de richting van Rotterdam. Het ging nu stroomafwaarts en wij hadden zelfs een tijdje zonneschijn. Ook nu weer langs de natuur, de scheepswerven en de mooie oude gebouwen. We kwamen ook langs de "ark van Noach". Facebook meldde dat deze replica, de 'kleine Ark', op 10 juni 2016 een botsing heeft gehad met een patrouilleboot in de haven van Oslo en hij is naar Rotterdam gesleept voor reparatie. Op onze terugreis werd weer gezellig nagepraat en maakten velen gerbuik van de bar op ons dek. Om 16:10 uur meerden wij weer aan op de ligplaats aan de Boompjeskade. De loopplank was nu steil omhoog, maar iedereen kwam goed boven op de kade aan. Het was een prachtige tocht over de grote rivieren! Op de boot bedankten wij Theo en Blanche Burki. Vorig jaar hadden zij een fietstocht georganiseerd langs deze molens, maar die kon niet door gaan. Deze keer met een prachtige bootreis was het prima geslaagd. Hierna namen wij afscheid van de mensen die niet bleven borrelen en dineren en vertrokken wij naar "Restaurant Brutus Beer" dat ons was aanbevolen door Rebus. Het was gemakkelijk te vinden en zo ver ik heb kunnen zien het enige restaurant in de buurt. De inrichting was niet prettig voor de mensen met knieproblemen en slechtere ogen. De eettafels waren geplaatst op een verhoging met smalle trapjes. Ook was de verlichting schaars. De drankjes waren wel goed en het eten redelijk oké. Helaas was de bediening was nogal traag en dat verstoorde toch wel de sfeer. Dat was toch wel erg jammer na de verder prima geslaagde dag! Na het eten liep iedereen terug naar de parkeergarage Erasmusbrug en reisde terug naar huis. Verslag: Roelof Kruijshoop
Klik op onderstaande link en de fotopresentatie
opent. Alle foto's kunt u downloaden. U kunt hier ook nog kijken naar de uitnodiging met alle gegevens |